Reflectie van betekenis volle momenten
Hieronder vind je 2 reflecties over betekenis volle momenten op stage. Het eerste moment over het verdrietige kind heeft plaatsgevonden in Hardenberg op de behandelgroep Babbel (kinderen met een vermoeden van TOS). Het 2de moment tijdens het ophaal moment heeft plaatsgevonden in Zwolle op de behandelgroep Wapper (slechthorende en dove kinderen).
Reflectie verdrietig kind
Stap 1: Situatie omschrijving
De kinderen zijn tot 12.30 uur op de behandelgroep. Ze eten brood, daarna gaan we in de kring om de dag af te sluiten en komen de ouders de kinderen ophalen. Op deze dag was er na groepstijd een ouder gesprek. Dit betekend dat ouders meteen om 12.30 uur een gesprek hebben met medewerkers van de groep. De medewerker die hier niet bij hoeft te zijn blijft dan op de groep met het kind samen met mij.
Kind X had tijdens het brood eten gezien dat zijn ouders langsliepen en zag dat zowel zijn vader als moeder er waren. Dit benoemde hij ook. Collega’s hebben hem verteld dat hij nog even mag spelen bij Babbel en dat mama en papa eerst gaan praten met de juf. Dit is ook laten zien met zijn foto bij picto’s om te zorgen dat hij het zo goed mogelijk begreep. Echter was hij super verdrietig toen zijn ouders niet binnenkwamen terwijl de rest van de ouders wel binnenkwamen.
Het is gebruikelijk dat zijn mentor dit oppakt, omdat zij het beste zicht heeft op hoe hij in elkaar zit maar ook hoe zijn (vermoeden van) TOS zich uit. Dat maakt dat zij het best weet wat voor hem helpt in zijn begeleiding. Deze keer kon zij het niet oppakken, omdat zij in gesprek ging met ouders. Daarom heb ik het opgepakt. Ik heb dit met de collega overlegd die met mij bij het kind zou blijven. Zij vond het prima als ik het zou proberen en zij dat ik het aan moest geven als ik hulp nodig had. Zij zou het ook aangeven als zij een ander idee had. Ik kreeg het kind niet rustig. Ik heb rondjes met hem gelopen op mijn arm en gepraat over de voorwerpen die voor het raam hingen. Af en toe was hij even kort afgeleid en ging hij in contact met mij, maar snel begon hij dan weer te huilen. Ik heb toen geprobeerd om het hem nog een keer uit te leggen, doormiddel van zijn foto en de picto met taal. Hij bleef huilen en hij sloeg de picto en foto uit mijn handen. Toen heb ik geprobeerd hem af te leiden met speelgoed. Ook dit werkte niet en X bleef van streek en huilen. Als laatst heb ik nog geprobeerd om hem gewoon even te laten en niks te doen behalve in de buurt blijven. Hij kwam naar mij toe en ging bij mijn been zitten. Hij zocht dus we toenadering, maar liet zich eigenlijk niet troosten.
Ik had bovenstaande geprobeerd en wist nu geen andere manier meer. We waren ongeveer een kwartier tot 20 min verder. Ik vroeg de collega of zij nog ideeën had. Zij wist het ook niet behalve een filmpje op de Ipad. Dit hebben we geprobeerd terwijl hij bij mij op schoot zat, omdat hij die toenadering zocht. Hij werd hier rustiger van met af en toe nog een klein huiltje tussendoor. Langzaam is hij toen op zijn eigen stoel gaan zitten en de video verder gaan kijken. De collega heeft daarna nog een poging gedaan om toch met speelgoed te spelen en niet alleen maar op de Ipad filmpje te kijken (want 3 kwartier is wel erg lang). Hij moest meteen weer huilen en zij heeft toen besloten om hem gewoon filmpje te laten kijken. Toen zijn ouders binnenkwamen na het gesprek was hij natuurlijk super blij, sprong meteen op en gaf zijn ouders een knuffel.
Stap 2: Terug blikken op handelen
Tijdens deze situatie zag ik dat het kind erg van streek was. Ik wilde graag dat hij tot rust zou komen. Hij moest nog lang wachten op zijn ouders, want vaak duurt zo’n gesprek ruim een uur. Normaal gesproken ben ik niet degene die dit soort situaties oppakt, omdat de mentor of eventueel een andere collega dit doet. Toen ik zag dat het kind zo van streek was dacht ik na en vond ik het een goed moment dat ik het op zou kunnen pakken en dus ook zou kunnen oefenen hoe hiermee om te gaan. Ik vond dit een goed moment, omdat de rest van de kinderen al naar huis waren, hierdoor raakte ik niet afgeleid en was het rustig in de ruimte. Dit gaf mij een fijner gevoel dan als alle andere kinderen wel aanwezig zijn. Het voelde alsof ik meer de tijd mocht nemen dan als er andere kinderen zijn, omdat het voor hun ook niet handig is. Normaal gaat een collega dan met een kind even naar een andere ruimte, zodat de andere kinderen er geen last van hebben.
Ik voelde me rustig en zelfverzekerd om uit te proberen wat kon helpen. Door zelf te ervaren hoe het kind reageerde bij mijn acties voelde ik dat ik dat erg anders ervaar dan als ik dit zie bij een collega. Ik nam het kind op mijn arm en ging met hem rondjes lopen door de ruimte. Ik zie dat andere collega’s dit ook doen en dat het weleens helpt. Ik ben toen gaan praten over wat ik allemaal zag voor het raam en buiten. Ook heb ik hem nogmaals de picto laten zien met zijn foto en hierbij vertelt dat hij nog bij Babbel mocht spelen. Toen heb ik speelgoed gepakt en dit hem aangeboden. Als laatst heb ik hem even op de grond gezet en gelaten. Hierbij had ik bedacht dat als hij zelf een weg zoekt naar wat hij wil dat dit zou kunnen werken.
Het voelde fijn om even in zo’n rustige situatie te kunnen oefenen met het communiceren met een kind wat van streek is. Ook voelde het vertrouwd, doordat er een collega aanwezig was die eigenlijk niets deed tot ik hulp vroeg. Doordat zij aanwezig was en op mij letten kon ik het met haar ook mooi nabespreken.
Stap 3: Bewustwording
Ik merkte dat ik in het begin zelfverzekerd was om het gewoon te proberen. Ik merkte wel naarmate dat het kind van streek bleef dat mijn zelfvertrouwen wat afnam. Er gingen wel gedachten door mijn hoofd als ‘misschien als iemand anders het had gedaan was hij al wel rustig geweest’. Ik probeerde me wel heel bewust te zijn van deze gedachten en gewoon zelf te blijven proberen, maar wel advies vragen. Hierbij heb ik bewust niet gevraagd of ze het over wou nemen. Het kan immers in mijn werk later ook voorkomen dat een kind van streek is en daarom is het goed om te oefenen en ervaren hoe ik dit oppak. Hierbij is advies van een collega zeker welkom, die kan ik later op werk natuurlijk ook vragen.
Het kind reageerde bijvoorbeeld met nog heftiger huilen toen ik de picto met zijn foto liet zien. Doordat ik dit zelf deed dacht ik goh wat vervelend heb ik wel goed gekozen om dit te laten zien of had ik niet eerst nog iets anders moeten proberen of hem meer tijd moeten gunnen. Vaak als ik kijk naar zo’n situatie denk ik eerder oh wat een goed idee jammer dat het niet werkt.
Tijdens de situatie heb ik erop gelet hoe het kind reageert op mijn acties, wanneer het kind stopt met huilen en welke taal ik gebruik (niet te moeilijk en niet teveel). Door op deze aspecten te letten hoop ik dat het kind mij begrijpt. Als ik moeilijk en veel taal gebruik is de kans groot dat het kind mij niet begrijpt. Dit kan zorgen voor een onveilig gevoel of nog meer frustratie. Door goed op zijn reactie van mijn acties te letten kom ik er meer achter wat voor hem werkt om tot rust te komen. Dit zou ik een volgende keer bewust wel of niet in kunnen zetten. Zo heb ik nu gemerkt dat hij het fijn vind om opgetild te worden, maar dat hij hier niet rustig van wordt. Wel geeft hij zelf aan opgetild te worden als je hem neerzet. Ook heb ik gezien dat hem afleiden werkt. De Ipad hielp nu het best. Wel is het de vraag of je dat de volgende keer weer in wilt zetten.
Stap 4: Verandering voor de volgende keer
Ik vond het moeilijk om in contact te komen met het kind. Al zag ik wel verschillende reacties van het kind op mijn acties. Zo reageerde het kind met harder huilen toen ik het nogmaals uitlegde met de picto en zijn foto. De volgende keer zou ik hem het 1 keer goed uitleggen en daarna de picto met de foto weg doen. Blijkbaar is dit niet helpend voor hem. Wat wel helpend voor hem was, was de nabijheid van mij. Dit zou ik dus een volgende keer nog een keer doen. Wel zou ik nog andere dingen proberen om die nabijheid te bieden. Zo zou ik nog stil kunnen gaan zitten met hem aan tafel en bijvoorbeeld spelmateriaal op tafel leggen maar dit verder niet aanbieden en gewoon alleen zijn gevoel benoemen of gewoon stil zijn. Ook zou ik nog met hem in een kleinere ruimte kunnen gaan zitten. Zo hebben we een ruimte waar alleen de auto’s staan qua speelgoed. In deze ruimte staat een bank. Ik zou dan rustig op de bank kunnen gaan zitten en hem op schoot nemen, maar wel zijn eigen gang laten gaan als hij iets anders wil doen. Hierbij heeft hij weinig keus in speelgoed, maar wie weet helpt dat hem juist wel. Ik denk dat door in een kleinere ruimte te gaan zitten of met hem aan tafel te gaan zitten ik meer rust uitstraal wat fijn kan zijn voor hem. Rondjes lopen heeft toch iets zenuwachtigs.
Verder zou ik de volgende keer ook niet ervoor kiezen om hem de Ipad te geven. Ja hier werd hij rustig van, maar hij kon daarna ook niet meer iets anders doen, want dan raakte hij weer van slag. Ik verwacht dat met meer geduld hij wel rustig wordt en zou dit graag de volgende keer proberen.
Reflectie contact met vader bij ophalen
Stap 1: Situatie omschrijving
Bij mijn stage op Wapper in Zwolle sluiten we de dag altijd af met de kring. We leggen Wapper in bed en het hulpje van de dag mag dan de ouders roepen om iedereen op te halen. Alle ouders komen dan binnen en halen hun kinderen op. Veel ouders vragen even hoe de dag was en de pedagogisch begeleiders vertellen ouders over bijzonderheden van de dag als die er waren. Op deze middag vroeg een ouder aan mij of er nog bijzonderheden waren. Dit was de eerste keer. Ouders nemen vaak geen initiatief richting mij. Er waren geen bijzonderheden die dag dus dat gaf ik aan. Zijn kind was het hulpje en vond dit erg leuk dus dat heb ik ook verteld. Vader vroeg aan zijn zoon wat hij allemaal mocht doen als hulpje en samen met het kind vertelde ik dit aan vader. Vader was blij dat het goed was gegaan en nam zijn kind mee naar huis.
Stap 2: Terugblikken op handelen
Het was voor mij erg onverwachts dat de vader aan mij vroeg hoe het die dag was gegaan. Ik schrok er wel een beetje van en twijfelde even of hij het wel echt tegen mij had. Ik keek en hij had het echt tegen mij. Ik gaf antwoord op de vraag hoe het ging en het ging goed. Ik vertelde erbij dat zijn zoon vandaag het hulpje was geweest (vader was iets later waardoor hij er nog niet zat toen het hulpje alle ouders mocht ophalen). Zijn zoon vond het heel leuk om hulpje te zijn dus dit vertelde ik ook. Vader vroeg daarop aan zijn zoon wat hij allemaal mocht doen als hulpje. Het voelde goed dat ik antwoord kon geven op de eerste vraag en dat vader wat deed met mijn antwoord. Het kind kon moeilijk zelf vertellen wat hij had gedaan en daarom hielp ik hem met het vertellen. Ik stelde bijvoorbeeld de vraag 'Wat mocht jij tijdens het fruit eten?'. Het kind reageerde daar enthousiast op met 'Ik ging bekers uitdelen!'. Dit voelde goed, omdat het kind reageerde op mij en enthousiast was om het aan zijn vader te vertellen. Na het gesprekje ging vader met zoon naar huis. Toen kreeg ik een trots gevoel. Ik dacht vader vroeg mij hoe het ging vandaag. Ook raakte ik onzeker. Ik dacht heb ik alles wel gezegd en waren er echt geen bijzonderheden.
Stap 3: Bewustwording
Op het moment zelf heb ik weinig nagedacht over wat ik deed. Dit kwam door de onverwachtheid. Ik dacht en had het gevoel dat ik wel een ruimer antwoord moest/zou geven dan alleen ja ging goed. Daarom vertelde ik erbij dat hij het hulpje was geweest die dag. Verder stelde ik een vraag aan het jongetje. Mijn vraag was 'Wat mocht je allemaal doen, omdat je hulpje was?' Ik wist dat hij het aankon en antwoord kon geven dus was het prima om deze vraag te stellen. Ik vraag me wel af of het voor het kind wat bij heeft gedragen of dat ik vooral genoeg in wilde brengen.
Verder zat ik nu op mijn hurken bij het kind tijdens het gesprek met vader. Ik weet niet of ik dit de volgende keer weer zou doen. Zoals je hieronder kunt lezen denk ik vooral dat het belangrijk is dat ik me er bewust van word.
Stap 4: Verandering voor volgende keer
De volgende keer zal ik waarschijnlijk minder schrikken als een ouder mij iets vraagt. Dit is mooi meegenomen, want dan kan ik dus wat extra leren in de communicatie. Verder heb ik niet iets toe te voegen, omdat ik dan maar wat zeg. De volgende keer zou ik in eerste instantie iets zeggen als 'Ja het ging goed vandaag! Even nadenken of er nog bijzonderheden waren'. Hierdoor geef ik mezelf iets meer ruimte. Vaak is er sowieso bij elk kind wel een leuk moment geweest die dag die je dan even met ouders kunt bespreken. Verder zou ik er de volgende keer bij stil willen staan of ik juist ga staan en dus op de hoogte van de ouder ben of dat ik op de hoogte van het kind ben. Dit heeft invloed op de situatie, doordat het iets zegt over met wie je communiceert.
Maak jouw eigen website met JouwWeb